Dit gerecht is ook wel bekend onder de naam “Apenhaar” . Echt lekker is het. Ik herinner me nog hoe een indische korporaal hofmeester het maakte. En als het klaar was……mmmm, op een sneetje wittebrood met lekker veel boter. O ja, de echte naam is trouwens “Abon sapi”.
Er zijn toko’s die het verkopen maar het is niet altijd verkrijgbaar omdat de import uit Indonesië verboden is, dit in verband met de gekke koeienziekten wat jaren geleden is geweest. Het wordt vooral gegeten als bijgerecht bij de nasi goreng .Veel succes en smikkel maar eens lekker.
Ingredienten:
- 1/2 kg. rundvlees
1,5 theel. djinten
3 theel. ketumbar
flink stukje gula djawa of een flinke eetlepel bruine rietsuiker
1 ui
2 teentjes knoflook
zout
olie
1 eetl. limoensap
stukje santen
1 mespunt laos
2 salam blaadje
Bereiding:
Leg het vlees in een pan met een laag water en breng alles aan de kook. Doe het vuur wat zachter, leg de deksel op de pan en laat het vlees ca. 2,5 uur zachtjes sudderen tot het helemaal gaar is. Haal het vlees uit de pan en rafel het vlees met twee vorken uit elkaar. Meng in een kom het vlees met de fijngesneden ui en knoflook, ketumbar, djinten, laos, gula djawa, citroensap en wat zout.Verhit de olie in een pan en bak hierin het vlees mengsel ca. 5 min. Voeg de santen, 1 dl. water en de salam blaadjes toe. Doe het vuur wat zachter en laat alles, zonder deksel op de pan, zachtjes koken tot bijna alle vocht is verdampt. Haal wel de salam blaadjes weg voor het opdienen. Waarschijnlijk nog eventjes droog deppen met wat keukenrol.
Heerlijk om de gerechten te bereiden die vroeger op de vaart werden gegeten. Ook bij ons thuis werden de diverse Indische gerechten gegeten door dat een oom in Indië heeft gezeten en met mooie verhalen thuis kwam over o.a. het heerlijke eten
Lubbert Baarssen